Brabant staat gelijk aan rust, gemoedelijkheid, genieten van het leven. Maar een keer per jaar wordt dat allemaal verstoord. Mensen gaan de straat op, zingend en dansend, alsof er iets heel bijzonders aan de hand is. Die tijd noemt men Carnaval.
Carnaval in Brabant
Carnaval stamt uit de Middeleeuwen en is eigenlijk het zonnewendefeest. Het feest dat gevierd wordt omdat de winter eindigt en de lente begint. Dat aan schaarste een einde komt en de overvloed voor de deur staat. Carnaval wordt gevolgd door 6 weken vasten, omdat de wintervoorraden op raakten. Carnaval is een feest van plezier en van gemeenschap. Men viert het samen en geniet samen van spijs en drank. Heel wat plaatsnamen in Brabant worden omgedoopt. De bekendste is waarschijnlijk de andere naam voor ’s Hertogenbosch. De hoofdstad heet tijdens de Carnavalstijd Oeteldonk. Van heinde en verre komt men naar Oeteldonk om mee te vieren en mee te genieten.
Even iemand anders zijn
Een belangrijk deel van het Carnavalsfeest is de verandering. De burgemeester wordt vervangen door de Prins. Die beheert drie dagen de stad en geeft op dinsdagavond om middernacht de stadssleutel pas weer terug. De mensen zijn vermomd, geschminkt en verkleed. Men wil de boze geesten laten dwalen en verwarren. Men is even weg van de armoede en de ellende. Weg van het moeten overleven. Men gaat mooi gekleed, zoals de edelen of zoals de nar. Men wil laten zien bij een groep te horen of misschien net niet. Feit is dat het verkleden deel is van het feest. Men ziet mensen in de prachtigste kostuums, die heel vaak zelf gemaakt zijn. Carnaval laat zien hoe ongelooflijk creatief de mensen zijn. Dit volksfeest nodigt iedereen uit deel te nemen. Ook niet Brabanders zijn welkom om mee te feesten en om mee te genieten van die ongedwongen sfeer.